Skip to content

Het is najaar 1966. Ik was samen met Hans Vermeulen (Sandy Coast) student op het Muzieklyceum aan de Heemraadsingel te Rotterdam voor de privé-opleiding conservatorium gitaar, contrabas en piano. In mijn vrije tijd maakte ik al twee jaar opnames voor Radio Veronica (o.a. de Noordzeekust talentenjacht) en Phonogram. Na het vertrek van Suhandi (Hans Oosterhof) naar Radio Hoyer op Curacao bij Radio Veronica heb ik het programma voor jonge talenten van hem overgenomen en enkele malen geproduceerd en gepresenteerd.
In een klein berichtje in de Telegraaf werd gemeld dat er een aantal heren uit de Verenigde Staten in Nederland waren welke logeerden in hotel Krasnapolski te Amsterdam. Zij zouden op zoek zijn naar disc jockeys voor hun nieuwe Nederlandse radiostation wat nu nog onder de naam Swinging Radio England voor de kust van Engeland (Frinton on Sea) bij Harwich lag verankerd.
Zonder dat mijn ouders op de hoogte waren (ik was nauwelijks 19 en toen dus nog minderjarig) heb ik een brief naar hen geschreven en prompt werd ik uitgenodigd voor een gesprek.
In het hotel trof ik een drietal heren waarvan er een Jack Curtiss was, DJ en programma-leider van SRE.
Na een kort gesprek en een stemtest moest ik in de lobby wachten. Na een half uur vroegen ze mij voor hun nieuwe station te komen werken. Dat niet verwacht heb ik mijn ouders gebeld en gevraagd onmiddellijk naar Amsterdam te komen.
Na enig overleg die dag besloot ik het avontuur aan te gaan. Mijn contrabas en mijn gitaar mocht ik meenemen aan boord om mijn studie te vervolgen. Dat is er overigens nooit van gekomen.
Er werden 6 DJ’s geselecteerd waarvan er een aantal nog geen enkele ervaring in radio hadden. Peter van den Hoven, Jos van Vliet, Thijs Liefering, Jaques Soudan, Rob Klaasman en ondergetekende. Enkele dagen later vonden er allerlei perssessies plaats alleen mochten wij niet bij voorbaat met die pers praten.
Een aantal dagen voordat de naam van het nieuwe Nederlandse radiostation gelanceerd werd moesten er 4 van de 6 DJ’s aan boord zijn en ik was er één van.
Die dagen was het zeer slecht weer en met windkracht 8-9 kwamen wij landrotten op het zeer tekeer gaande onder de Hondurees “varende” schip de “Laissez Faire”.
U begrijpt hoe de eerste dagen van “het wennen” verliepen.
Maar na een dag of drie waren we weer wat mens en kon het oefenen beginnen.

14 november 1966
Met een heuse persconferentie welke in een zaal van Krasnaposky in Amsterdam werd gehouden werd de naam van de nieuwe zender bekend gemaakt.
Uit een onderzoek was naar voren gekomen dat uit een scala van ideeën (o.a. Radio Albatros, Radio Holland etc.) de naam Radio Dolfijn de mensen het meest aansprak.
Wij als toekomstige DJ’s waren daar niet bij betrokken geweest en waren nauwelijks op de hoogte dat ons station op deze wijze gelanceerd werd. Alleen Peter van den Hoven had deze informatie in een enveloppe meegekregen en moest vanaf het schip h.e.e.a. voorlezen en dat viel niet mee zo’n eerste keer.
Dit alles heb ik nog steeds op tape staan en wij hebben deze fragmenten dan ook geregeld via deze zender laten horen.
Wat ook nieuw voor Nederland was, was dat de DJ’s zelf, zowel de techniek als de presentatie moesten doen. Iets wat overigens een enorm voordeel voor de DJ zelf was want die bepaalde op welke momenten er gesproken werd en wanneer de muziek moest starten of moest opkomen. Daarnaast was het zo dat we niet aan de “Hilversumse” verplichting vast-zaten alles van een papiertje af te lezen – nee improviseren, dat was nog een live!
En zo kon het zijn dat er tijdens zware weersomstandigheden (ik maakte geregeld wind-kracht 10 mee) kreten werden geslaakt alsof het schip zou vergaan. Na een tijdje waren we aan dat alles gewend geraakt en bereidden onszelf vooraf voor op het risico dat de platen en jinglecassettes (8-tracks in mono) van de ene kant van de studio naar de andere kant rolden.
De Noordzee zal ongetwijfeld ook nog vol liggen met vele singletjes uit die tijd welke door de naald van de draaitafels waren verziekt. Op de pickuparm werden tijdens het zware weer bronzen penniestukken gelegd die ervoor moesten zorgen dat de naald niet uit de groef zou lopen. Hoe zwaarder het weer des te meer pennies er op moesten. U begrijpt dat zo’n plaat dat slechts enkele malen kon volhouden en met de uitgelopen krullen werden ze daarna door sommige DJ’s zo de Noordzee ingezeild.
Door de bijzonder slechte ontvangst kwam er al na een paar uur kritiek.
De pers viel over ons heen en al gauw ontstond er ook een roddelperstraject. Jaques Soudan had er, zich niet bewust van het schrale zeemansleven, na een aantal dagen al gauw genoeg van en liet zelfs via de ether al weten dat het hier aan boord niet zo was als dat hij het zich had voorgesteld. Daarnaast maakte hij reclame voor zijn eigen drogisterij in Zwijndrecht. Prompt werd daar in de pers op gereageerd en na 2 weken mocht hij dan ook (zoals de Amerikaanse bazen ook reageerden) op staande voet zijn biezen pakken.
En zo was het dat er al gauw nieuwe DJ’s werden geworven. Pieter van Dijk, tegenwoordig de stem achter vele TV-natuurdocumentaires werd na Soudan als eerstvolgende geworven.
Er werden zelfs DJ wedstrijden georganiseerd om mensen voor dit vak te werven.
En zo zagen we dan ook in korte tijd vele gezichten de revue passeren.
Vele namen ben ik vergeten, doch de goede, en dat waren er maar enkelen, zijn U en mij nog bijgebleven. In die tijd heeft U mogelijk al Lodewijk den Hengst en Ton Droog leren kennen die in de daaropvolgende periode populair werden onder de namen Lex Harding en Tom Collins. Dick Weeda die een stuk schreef in Soundscapes (zie “links”), maar ook Burgemeester Harky (bekend om zijn avant-gardistische stijl van programma’s maken) kunt U niet vergeten zijn. Hij maakt tegenwoordig onder zijn eigen naam, Paul van Gelder ook weer deel uit van het presentatieteam van Radio 227 en maakt ook nog programma’s bij de VARA. Waar Peter van den Hoven en Jan van der Geest zijn gebleven weet ik niet, maar misschien dat iemand van U daar nog wel iets van weet.
Ondanks het feit dat de kwaliteit ver te zoeken was werd het station populairder. Veel alternatiefs voor een Nederlandstalige muziekzender was er niet, alleen Radio Veronica, doch die was schijnbaar te Nederlands georiënteerd, kon niet ad hoc reageren op nieuws (zij werkten met tapes die op het land werden opgenomen) en het zeemansbestaan op een piratenschip sprak menigeen als avontuurlijk en als jongensdroom aan en daar wilde je als luisteraar dan ook bij zijn of horen. Daarbij kwam dat wij eerder over de nieuwe Engelse platen beschikten dan de collega’s, want onze tender (verbindingsboot met de kust) kwam rechtstreeks uit Engeland waar het in die tijd allemaal stond te gebeuren.
Het gevolg was dat er toch wat reclames binnenliepen. Zo herinner ik me nog de reclames van Gero en Batavus, maar ook die van Pieterman passpiegels. Mijn vader had zich in die tijd ook opgeworpen als free-lance reclameverkoper en het viel dan ook des te meer op dat er veel advertenties uit de omgeving van Dordrecht en Papendrecht kwamen. Ik woonde daar immers in die tijd.

Avontuur
Voor een jongen als ik, die op zijn 19e door de Telegraaf “jongste DJ van Nederland” werd genoemd was dit alles één groot avontuur – een jongensdroom. Tegenwoordig zal je dit soort zaken niet meer zo gauw tegenkomen, zeepiraat en diskjockey tegelijkertijd.
Ondanks alle negatieve verhalen kijk je daar – en zeker op die leeftijd – gewoon doorheen en paste je aan aan het ruwe zeemansleven. De eerste dagen waren zeer zwaar. Na een behoorlijke zeeziekte begonnen we in 1966 al met het wennen aan de Amerikaanse stijl van programma’s presenteren.
Mijn programma’s waren in de tijd van Radio Dolfijn behoorlijk vol – ik draaide uren met een behoorlijke luisterdichtheid en tussendoor probeerde je de tijd te vullen door bijvoorbeeld jingles te produceren of je programma voor de volgende shift samen te stellen.
Ook was je van tijd tot tijd de klos het nieuws te verzorgen. Via een radio-ontvanger luisterden we het nieuws van de Hilversumse en Engelse zenders af en schreven daar een eigen interpretatie op. Ieder uur werd dat dan vrolijk opgelezen en leek het of we onze eigen nieuwsdienst hadden. We beperkten ons tot de “headlines” van het nieuws want we waren een muziekzender en dat was dus het belangrijkste. Om te voorkomen dat luisteraars aan de knop gingen draaien werd dus dat korte nieuws ingelast.

Eind periode 1
Toen dinsdag 28 februari 1967 om 12.45 uur precies 14 meter van de mast in een storm met windkracht 10 afbrak was het leed van Radio Dolfijn praktisch geleden en werd ook die naam al bijna bij voorbaat in de geschiedboeken bijgeschreven.
Ik zelf ben de volgende dag met de collega’s Lex Harding en Jan van der Geest van boord gegaan in afwachting van wat er ging gebeuren. Alleen Jos van Vliet bleef aan boord.
De pers stond al snel voor de deur en de kranten schreven wollige stukken hierover.
Via kantoor (in Amsterdam gevestigd) vernam ik dat het schip bij de Zaanlandse Scheepsbouw Maatschappij in Zaandam zou worden gemaakt en dat dat wel enkele dagen kon duren. In die tijd ben ik nog even wezen kijken en ons schip lag rustig aan de kade tot ieders verwondering zonder dat er maar iemand naar omkeek. Volgens de krant in die tijd waren de zenders voor alle zekerheid door de PTT verzegeld. Ik kan mij dat niet herinneren doch wel dat de RCD ineens andere belangstelling toonde, want na ruim een week kwamen an-dere elementen bij de Radio Controledienst erachter dat de bekende radiopiraat binnen de grenzen van de 4.5 mijlszone lag en dus dat er actie ondernomen moest worden.
In de haast zijn Lex Harding en Jos van Vliet opgetrommeld om mee terug te varen naar de Engelse wateren en onder het toeziend oog van de “bazen” en ondergetekende werd er spoorslags zee gekozen. Zij moesten de eerste uitzendingen weer opvangen. Toen de RCD in IJmuiden arriveerde liep de Laissez Faire net de sluizen uit en op deze wijze ontsnapte zij aan beslaglegging. Aan boord bevonden zich immers “illegale” zendinstallaties, waaruit dan wel de zendkristallen waren gehaald, doch het alleen al in bezit hebben van een dergelijk installatie was schijnbaar al strafbaar.
Ik reed terug naar huis, pakte mijn koffer en vertrok per vliegtuig vanaf Rotterdam Zestienhoven naar Southend om de volgende dag weer aan boord te gaan.
Het was een barre terugtocht met een behoorlijke storm. Jos mocht letterlijk midden in de nacht als stuurman fungeren. De dagen daarna klaagde hij over een behoorlijke spierpijn in zijn armen – het schip werd nog met een groot ouderwets stuurraad bestuurd, en als je dat niet gewend bent….
Eenmaal op de uiteindelijke oude bestemming teruggekomen werden de uitzendingen toch nog enkele weken hervat onder de naam Radio Dolfijn, doch omdat de reclame-inkomsten teleur stelden werd er een beroep gedaan op nieuwe bestuurders en zo kwam het ervan dat Nederlands eerste echte popstation werd gelanceerd: Radio 227.
Er zullen altijd mensen onder U zijn die de exacte datum nog weten doch krantenberichten spreken elkaar fors tegen. De ene schrijft dat Radio 227 al direct na terugkomst bij Harwich is gelanceerd, terwijl anderen data schrijven van 18 mei en van 3 juni 1967. In mijn plakboek komt een Radio 227 top 40 voor (later werd dat de “double F chart” – fabulous fifty) van 26 mei 1967, maar misschien dat U als lezer het nog wel exact weet.
Laat mij dat dan weten!
In mijn beleving was Radio 227 al snel na het mast-debacle als nieuwe Nederlandse pop-zender in de lucht en groeide de populariteit immens.

Veel DJ’s
DJ’s gingen en DJ’s kwamen. Het was een standaard procedure op alle 12 radiopiraten die rond Engeland waren gehuisvest…Het was hoppen van de ene zender naar de andere en soms zag je ze weer ineens terug.
Naar mijn mening ben ik de enige geweest die het Radio Dolfijn/Radio 227-avontuur van de eerste tot de bijna (op 2 dagen na) laatste dag heeft meegemaakt. Daar tussendoor was het – buiten de harde kern – een komen en gaan van allerlei avonturiers die dachten het wel even te kunnen maken. De harde kern , het klinkt gewichtig, maar terugkijkend zijn dat toch de jongens geweest die het over het algemeen wel gemaakt hebben in deze maatschappij.
Wie kent ze niet, Lex Harding, Tom Collins, Jos van Vliet, Paul van Gelder, John van Doorn, en ook mijzelf mag ik daar toch wel onder scharen zij het dat een ieder het op zijn eigen manier met voor- en tegenspoed heeft “gemaakt”.

Tom Collins achter de “tafel” van Radio Dolfijn – Radio 227
“John van Doorn?”, hoor ik U zeggen, “was dat niet ehh…..”
John, die van huis uit Kleerekoper heette, kwam aan boord aan het begin van de bloedhete, prachtige zomer van 1967. Een voor die tijd snelle jongen, die als zanger van o.a. de Haagse band Daddy’s Act al voor wat naam en faam had gezorgd. Jos van Vliet was daar al eens de manager van en achteraf denk ik dat er een link met Radio 227 lag….
Voor John was het de eerste tijd een moeilijke zaak zich als diskjockey achter een microfoon te bewegen, doch met de tijd lukte het wel.
Een leuke anekdote is dat wij altijd bijzonder benieuwd waren hoe hij het presteerde, binnen een dag op het dek te hebben gezond, zo bijzonder bruin te worden. Met zijn zwart geverfde haar leek hij dan een echte macho waar menig meisjeshart van op hol sloeg. “Zijn geheim” en we bleven gissen, tot een paar dagen later de aap uit de mouw kwam.
Na een zoveelste dag onder de zon te hebben gelegen had hij zich gedoucht en was hij weer verbleekt naar de van een pure Hollander. Toen erkende hij dat het hem in de melk had gezeten welke hij een aantal keren per dag op zijn huid smeerde welke langzaam maar zeker hem die bruine teint gaf……
John was en is een avonturier. Altijd geweest. Na de periode dat aan boord is geweest is hij naar Londen vertrokken en, zo heeft hij later erkend, heeft hij zich op een niet nader uit te leggen manier de mastertape van een plaatopname van Tom Jones toegeëigend.
Hiermee is hij naar Eddy Barclay (eigenaar van het in die tijd grootste platenlabel van Frankrijk) gestapt en hem de tape laten luisteren met de mededeling dat hij dat was.
Eddy was diep onder de indruk, doch geloofde hem niet helemaal. John erkende achteraf dat hij het niet was, maar overtuigde hem dat hij net zo goed kon zingen. Hij kreeg een platencontract en zijn toekomst leek te zijn bepaald. Zijn eerste plaat stond 40 weken (alsmede nummer 1) op de Franse hitparade en werd wereldwijd goud: Oh Lady Mary onder zijn nieuwe artiestennaam David Alexandre Winter.

Johnnie Kleerekoper, alias John van Doorn, alias David Alexandre Winter
Jos ging naar Veronica, Lex en Tom raakten een tijdje werkeloos maar verschenen tenslotte ook bij Veronica en ik mocht 2 dagen later voor 20 maanden de militaire dienst in.
Hoe ging het verder en wat gebeurde er nog meer aan boord van de Laissez Faire?
Wordt vervolgd met o.a. ons soms luie leventje aan boord van een radiopiratenschip in de bloedhete zomer van 1967 ergens voor de kust van Engeland samen aan boord met Britain Radio/Radio 355 en met als “buren” Radio London en Radio Caroline.
Op zoek naar Peter (heette eigenlijk Pieter) van Dijk stuitten we 2 september 2009 op een mailtje van een luisteraar met een wrange inhoud…..jammer dat we hem niet meer hebben ontmoet:
“Ik woon sinds 1980 op mijn huidige adres; Peter woonde er toen al en was getrouwd. Enige jaren later is hij gescheiden. Hij was een gepassioneerd fietser en maakte veel fietstochten. Als hij zijn fiets aan het schoonmaken was, had ik regelmatig gesprekken met hem, vaak ook over radio en tv. Hij werkte medio jaren 80 voor een van de eerste satelliet tv-stations (Europa TV of zoiets). Ik had ergens gelezen dat hij ook op Radio Dolfijn had gewerkt en ik vroeg hem daar een keer naar, maar hij wilde er kennelijk niet veel over kwijt en ging op een ander onderwerp over. Hij had regelmatig gezondheidsproblemen en fietste daardoor de laatste jaren niet meer. Ik sprak hem de afgelopen vijf jaar ook nog maar zelden; hij werkte meestal ’s avonds in Hilversum vanwege files overdag. Een paar weken geleden viel mij op dat zijn naambordje op de brievenbus was verdwenen en ik dacht dat hij verhuisd was omdat hij wel eens zei dat hij dat van plan was, maar helaas hoorde ik gisteren van zijn overlijden. Ik heb geen overlijdensadvertentie of rouwkaart gezien. Hij heeft nog een broer. Ik las een tijd geleden op de site van 227 dat jullie naar hem op zoek waren en wilde hem dat zeggen, maar ik heb hem daarna niet meer gesproken.”

De meest genoemden zijn inmiddels overleden.
Hans Vermeulen, Jack Curtiss, Hans Oosterhof, Jos van Vliet, Rob Klaasman, Pieter van Dijk.

Look Boden

Back To Top