Enkele herinneringen aan Radio 227
Een open brief aan Dick Weeda
door Harald Paul van Gelder (met een nawoord door Hans Knot) (Soundscapes)
“Ik las”, zo schrijft Paul van Gelder — ooit beter bekend als deejay Burgemeester Harkie — ons, “een artikel gewijd aan de notities van Dick Weeda over Radio 227 in het Freewave Media Magazine van juli 1998, erop opmerkzaam gemaakt door mijn huidige baas bij de VARA, Rolf Kroes. Leuk om te lezen, alleen heb ik wat veranderingen en aanvullingen.” Hetzelfde artikel verscheen in Soundscapes als Enkele herinneringen aan Radio 227. We plaatsen daarom nu ook de reactie van Van Gelder, aangevuld met een nawoord door Hans Knot over de lotgevallen van de “burgemeester” na de ondergang van Radio 227.
Foto rechts: Zo ziet Harald Paul van Gelder er tegenwoordig uit
Beste Dick,
Geweldig de naam Dick Weeda weer eens tegen te komen. Die Engelsen aan boord hebben wat afgelachen om die voornaam. Maar goed, die lachten zelfs om Bennie Hill. Dick, als oud-collega zat je al aan boord voordat ik het zendschip van Radio 227 ooit betrad. Ik dacht altijd dat je bij het meubilair hoorde van Radio Dolfijn, de stoffige voorganger van Radio 227. Nice job, Dick, die geschiedschrijving. Alleen, ik heet Harald Paul van Gelder en niet anders. In 1967 noemde ik me Burgemeester Harkie (naar aanleiding van het vertrek van burgemeester van Hall van Amsterdam. Deelder heeft me later nog eens geïmiteerd. Ook was het een soort van eerbetoon aan The Emperor Rosko, voor wie ik een mateloze bewondering had en heb.)
Een verdere onnauwkeurigheid, Dick, is de omissie van Bob Lens — de Willem Duys van de hippies, ook al was die binnen een maand alweer ontslagen. Hij was de enige deejay die een mondharmonika bij zich droeg en die hem nog durfde te bespelen ook aan boord en in de uitzendingen. Hij ontwierp destijds prachtige stropdassen en deed aan beeldende kunst. De oude garde, deejays Look Boden en Dick Weeda zelf begrepen wellicht niet veel van hem, maar hij is er wel degelijk geweest op de Laissez Faire. Hij was bovendien meer een exponent van de sixties dan die burgerlijke Lodewijk den Hengst, a.k.a Lex Harding, die hypocriet genoeg een underground programma had en mij ondertussen vertelde dat ik niet zo hard moest schreeuwen in verband met de huisvrouwen die wellicht luisterden. Hij was in die tijd zelfs tegen lang haar, hetgeen net zoiets was als tegenwoordig tegen liberalisme zijn.
Maar goed, je hebt gelijk, Dick, de rock-‘n-roll was aan mij voorbehouden, en die Top 50 stelde ikzelf samen, want Lex was nog lang niet de baas die hij soms wel speelde. En Dick, die Tony Windsor (aka Withers), God hebbe zijn ziel, zijn whisky, en zijn natte lippen. Het lukte hem misschien wel niet om Radio London in Nederland weg te drukken, maar hij was wel degelijk op de goede weg. In de deejaypoll van 1967 werd ik nummer drie in België en nummer 5 in Nederland en dat binnen twee maanden na mijn eerste programma. Twintig brieven of meer kreeg ik er per week, terwijl Radio London deejay Kenny Everett, op wie ik zoveel leek volgens Tony Windsor, geen poot aan de grond kreeg in ons land. Onterecht trouwens maar daar hebben we het niet over. Tijdgebrek nekte de politiek van Tony en anders niets. Alles was gericht op personality building, ook deejays waren rock-‘n-roll, en rock-‘n-roll was een goeie kant van het toen zo verguisde kapitalisme, het veroverde Nederland en was bij Radio Veronica in geen velden noch wegen te bekennen. Radio 227 was haar tijd te ver vooruit.
Veel Nederlandse beat- en popgroepen zagen — getuige dit krantenbericht van 15 juni 1967 — in Radio 227 een mogelijkheid om het monopolie van Veronica en muziekuitgeverij Impala / Basart te doorbreken
En ach, misschien komt het ook allemaal omdat ik opgroeide op Katendrecht, of omdat mijn echte vader uit Alabama komt, dat ik zo rock-‘n-rollde, voordat het echt mocht. En als je tegenwoordig de Van Someren’s hoort op de radio ben ik toch wel blij dat ik destijds mijn studie Nederlands heb voltooid, en jaren ben weg geweest bij de radio. Gelukkig is ons geheugen een zeef, waarvan we al lang vergeten zijn dat het een zeef is. Het belang van de rock-‘n-roll wordt wellicht erg overschat. Je hoeft echt geen Simon Frith of Karl Marx te heten om te bedenken dat het allemaal erg samenhangt met marketing en kapitalisme en industrialisatie. En dat we allemaal pionnen waren op dat ene bord dat we niet zagen omdat het zo leuk voor onze kop zat. Dank Dick, je bent goed voor de economie want ik verbruikte heel wat inkt door je, en daar gaat het toch allemaal om tegenwoordig.
Nawoord door Hans Knot
Negentien jaar oud werd Harkie voor de leeuwen gegooid en we mogen rustig stellen dat hij het succesvol deed. Uit de resultaten van de populariteitspoll van Teenbeat uit de zomer van 1967 bleek dat hij in de periode 1966/1967 was uitgeroepen als vijfde in de nationale lijst van deejays. Op de eerste plaats Joost den Draayer, op de tweede Rob Out, op de derde Jan van Veen, op de vierde Herman Stok en op de vijfde stond Harkie. Nog opmerkelijker was het rijtje van de Belgische Poll inzake de internationale deejays. Daar werd Rudi Sinia uitgeroepen tot de beste deejay, gevolgd door Tony Blackburn op de tweede plaats en Harkie als zeer eervolle derde.
Toen de leiding van Radio 227 / Radio 355 besloot te stoppen met uitzendingen werden de deejays schriftelijk op de hoogte gesteld door Ted Allbeury, die na zijn periode bij Radio 390 in dienst was getreden bij Carstead Advertising. Hij schreef: “Ik vind het spijtig je te moeten melden dat de onderneming heeft besloten Radio 227 te sluiten. Het lijkt erop dat de Nederlandse regering een wet zal introduceren tegen de zeezenders, hetgeen waarschijnlijk in de maand oktober (1967) zal geschieden. Het neemt een lange tijd in beslag om een commercieel radiostation gezond runnend te maken en het lijkt er dus op dat ons die tijd niet gegund zal worden. Deze brief geeft aan dat U vanaf heden nog twee weken in dienst bent. We zullen met de uitzendingen op 26 juli stoppen en alle in dienst zijnde deejays, zo ben ik overeengekomen met Tony Windsor, kunnen die week nog programma’s maken. We verwachten dat je in die week je professioneel gedraagt en als er enige hulp door ons kan worden gegeven je te helpen bij het zoeken naar een nieuwe baan, dan staan we voor je gereed. We hebben je werk gewaardeerd en we wensen je alle geluk in de toekomst.”
Nadat Van Gelder zijn laatste salaris in Londen had opgehaald keerde hij terug naar Nederland met in gedachten weer werk te krijgen binnen de radio-industrie, maar het liep allemaal geheel anders getuige een artikel in het Vrije Volk van 23 september 1967. Onder een vette kop: “De martelgang van H.P. van Gelder die als burgemeester Harkee [sic!] disk jockey was voor Radio 227” was een verhaal te lezen, geschreven door Harald Paul van Gelder zelf. Het artikel verhaalt: “De martelgang van oud-disk jockey Harald Paul van Gelder (uiterlijke kenmerken: lang haar en bolrond gezicht) speelde zich af in vier dagen. Hij werd bijgestaan door zijn vader.”
Dag 1: Harald Paul begeeft zich naar het arbeidsbureau in Rotterdam omdat hij zonder werk is komen te zitten en de antwoorden op zijn sollicitatiebrieven uitblijven. In verband met zijn voorgaande baan komt hij terecht bij de “afdeling muziek” waar hij te licht bevonden wordt (hij zou behalve voor popmuziek ook belangstelling voor klassieke muziek moeten hebben).
Dag 2: Harald Paul is inmiddels doorgestuurd naar de man die hem een baantje zou kunnen (of moeten) bezorgen als grammofoonplatenverkoper. Hij wordt er niet ingeschreven, maar krijgt er te horen dat er geen plaatsingsmogelijkheden voor hem zijn “in verband met zijn uiterlijk.” Er wordt hem gezegd: “Haar korter en andere kleren: kom morgen maar laten zien dat je dat gedaan hebt.”
Dag 3: (drie dagen na dag 2) Vader Gelder staat voor de ambtenaar van het arbeidsbureau (door hem hardnekkig aangekondigd als arbeidsbeurs) en vraagt wat die ambtenaar heeft bedoeld met het “in verband met zijn uiterlijk.” Als Uw zoon er iets toonbaarder uit zou zien, kan hij alles aanpakken — wordt er hem meegedeeld. Vader Van Gelder repliceert: “Hij wil in de platenbussiness. U kunt die jongen toch geen babykleertjes laten verkopen?” De volgende dag zou de heer P.P. van Gelder zijn zoon kunnen terugsturen voor een kaart waarop zou komen te staan: “als werkloze.”
Dag 4: Harald Paul komt met zijn vader en ze krijgen te horen dat de jongen niet mee wil werken en dat het Arbeidsbureau daarom een ongunstig advies aan Sociale Zaken zal uitbrengen in verband met de onwilligheid. Een eventuele uitkering komt daardoor op losse schroeven te staan. Vader en zoon verlaten met de kaart spinnijdig het bureau.
Het dreigement van de ambtenaar is goed overgekomen. Vader en zoon besluiten de uitkering de uitkering te laten en zich niet nog langer van het kastje naar de muur te laten sturen. Een week later heeft de inmiddels 20-jarige werk. Zonder het Arbeidsbureau en zonder moeilijkheden over zijn uiterlijk.” Tot zover Het Vrije Volk. Hoe verging het de burgemeester verder?
Paul van Gelder besloot vervolgens in de avonduren het Gymnasiumonderwijs te gaan volgen, hetgeen hij in 1973 afrondde. Inmiddels had hij in 1968 een baan gekregen als eindredacteur van het Delta Weekblad, hetgeen hij tot en met 1971 volhield. Na het behalen van zijn gymnasium-diploma besloot Harald Nederlands te gaan studeren aan de universiteit, hetgeen uiteindelijk in 1988 tot zijn afstuderen leidde. Maar in de daguren was hij, naast zijn studie, ook op radiogebied actief. Zo was hij ondermeer tekstschrijver en producer bij de VARA (1977-1979) en werkte hij tussen 1983 en 1991 voor Radio Lelystad. Sinds 1991 is Harald Paul van Gelder te beluisteren bij de VARA. Zonder dat de meeste, toenmalige Radio 227-luisteraars het tot nu toe wisten, is Paul al weer jarenlang op de radio. Uiteraard niet in de voor ons zo bekende Harkie-stijl.
In de nacht van donderdag op vrijdag is hij al jarenlang tussen twee en vier in de nacht bij de VARA op Radio 1 te beluisteren in het programma “Geen Tijd”, waarin hij allerlei soorten muziek draait en op een kundige manier aaneen praat. Die muziek wordt omschreven als “muziek uit alle tijden voor de betere nachtwerker, -braker en -vlinder.” Genres zijn Americana, soul, doowop, pop, rock, country, bluegrass, folk, blues, jazz etcetera: muzieksoorten kortom die vaak in andere programma’s nauwelijks tot helemaal niet aan bod komen. Je wekker eens zetten of de tijdklok op je radio, want het is zondermeer de moeite van het luisteren waard. De burgemeester op de VARA … wie had daar ooit van kunnen dromen? [1]
________________________________________
Noten
1. Op 24 april 2001 schreef Paul van Gelder ons, dat de VARA, na tien jaar trouwe nachtdienst zijnerzijds, gaat stoppen met ‘Geen Tijd’. Men wil de nachtelijke uren op Radio 1 namelijk gaan gebruiken om nieuw talent uit te proberen voor Radio 3. Vanaf 4 mei 2001 verschuift het programma al van 2.00 tot 4.00 naar 3.00 tot 4.30 in de nacht.
Van Gelder haalde, voordat hij aan boord van de Laissez Faire stapte, zijn Mulo-A diploma en studeerde korte tijd via een avondopleiding voor zijn diploma HBS-A. De radio lonkte echter en op zeer jeugdige leeftijd besloot hij in dienst te treden van Carstead Advertising Ltd., de onderneming verantwoordelijk voor het runnen van Radio 227 en Radio 355. In de voorafgaande periode had hij als freelancer voor de KRO en de VARA trouwens al enige journalistieke ervaring opgedaan. Kijk overigens ook eens naar zijn website: www.paulvangelder.com. Op de geluidsfragmenten bij dit artikel rusten copyrights. Ze worden hier gebruikt volgens de regels van “fair use” en “academic quoting”.